maandag 21 april 2014

Een ziekenhuisbezoek meer of minder (bis)

We zeiden het al eens eerder. Jenne houdt wel van tradities.
Vorig jaar, na de eerste behandeling, dachten we eindelijk van de vele ziekenhuisbezoeken verlost te zijn. Op zondag 21 april smeet Jenne iets te enthousiast het schuifraam dicht en brak daarbij zijn duim zodat we toch nog naar spoed moesten voor een spalkje en daarna terug moesten voor controle en...
Blijkbaar vond hij dat wel een mooie datum want dit jaar viel hij op zondag 20 april op zijn mond waardoor hij zijn lip kwetste en zijn voortand naar onderen gezakt was. Hop, dan maar terug naar spoed, alwaar de tandarts de tand er terug induwde (en dit zonder verdoving want die zou te belastend zijn voor zijn nier). Resultaat van deze schijnbaar onschuldige val: een gezwollen lip en een serieus lispelende Jenne die tien dagen enkel papjes mag eten. Na al die maanden van verschillende dingen niet mogen eten (zachtgekookte eitjes, aardbeien, ...), allerlei leuke dingen aan zich moeten laten voorbij gaan omdat het niet mag, moest Jenne de paasbrunch van vandaag (met al dat lekkers) weer aan zich laten voorbij gaan. We probeerden het zo aangenaam mogelijk voor hem te houden met smoothies en yoghurt, maar toch was het een beetje een teleurstelling voor hem want hij had er naar uitgekeken om van al dat lekkers te smullen.

Er was wel één lichtpuntje voor Jenne. Doordat Jenne net drie geworden was op het moment dat hij ziek werd en hem zware ingrepen en behandelingen te wachten stonden, besloten we hem zijn tutje te laten houden. Zijn tut, samen met zijn slappies waren zijn grote steun en kracht tijdens alle vervelende prikjes en enge toestanden. Ondertussen wordt Jenne over twee maanden al vijf jaar. Hij wist al dat de tijd gekomen was om afstand van zijn tut te doen en we hadden al bedacht op welke manier hij dat zou doen. Maar...nu zei de tandarts dat hij de eerste nachten best wel met zijn tut zou slapen zodat de tand nog beter terug op zijn plaats komt. HA! Dat vond Jenne wel geweldig nieuws (of hij het vervolg hoorde over daarna definitief stoppen met tutten, weet ik nog zo niet) Vanmorgen hoorde ik hem dus vol trots aan Mona verkondigen dat hij echt wel met zijn tut MOEST slapen van de tandarts. Het moest gewoon.







Enkele foto's van voor de val.

zondag 13 april 2014

Echt gezegd!

Sinds de geboorte van de kinderen stuur ik elke maand een mail naar onze familie en de meters en peters van de kinderen. Wij zien mekaar niet wekelijks, soms zelfs niet maandelijks. Ik begon ermee om de familie op de hoogte te houden van de vorderingen van de kinderen. Het werd een gewoonte en nu stuur ik dus nog steeds maandelijks die mail.
Onlangs zocht ik een bepaalde mail en zo bevond ik me plots temidden van de onbezorgde tijd. Zo'n mail bestaat steeds uit een opsomming van wat er die maand allemaal gebeurd is, de uitspraken van Mona en Jenne en enkele foto's. Met heimwee las ik wat er toen allemaal gaande was en welke grappige of opvallende uitspraken de kinderen toen deden. Sommige van die uitspraken wil ik jullie niet onthouden. Ze geven zo goed weer wie Jenne is, wat er in hem omgaat en waar hij mee bezig is.

augustus 2012
-Mona: Gaan ze Jenne in slaap doen als ze hem gaan repareren (opereren)?

- ‘s morgens bij papa en mama in bed
Mona: Mama, gaan we zoals een puzzel liggen?

oktober 2012
- Mona: Omi, ik ga je in de frigo steken zodat je langer goed blijft en niet zo snel sterft.

december 2012
- Jenne: Als mijn haar terug lang is, wil ik een vlecht.

- Jenne: Mama, je moet mij eigenlijk "zoon" noemen. Ik noem jou toch ook "mama".

- Jenne: Mama, mijn voeten slapen. Zet jij eens een wekkertje.

januari 2013
- Eva: Oooh, ik zou jou wel kunnen opeten. Wat mag ik het eerst opeten?
Jenne: Nee, niets. Je mag me niet opeten want dan ga ik je missen.
E: Maar nee, want dan zit je in mijn buik en zijn we lekker dicht bij mekaar.
J: Nee, want dan ben ik kapot!

- Mona danst met Anton
Mona: Je moet ook zo eens draaien, Jenne. Dat is leuk.
Jenne: Nee, ik wil dat nu niet doen. Ik doe dat als mijn haar er terug is, zodat mijn haar ook kan zwaaien.

- Jenne: Mama, mijn wangen zijn rood. Weet je waarom?
Jenne: Omdat ik op jou verliefd ben.

februari 2013
- De kinesist vraagt aan Jenne om tot aan het klein torentje te lopen. Jenne zegt: “Dat noemen ze een kegel.”

maart 2013
- Jenne (dag na chemo): Ik wou dat mijn neus er niet was. Dan zou ik die bruine korsten niet ruiken.
E: Ruik jij die?
J: Ja, en die zijn vies!

-Jenne: Mama, uw froufrou staat paraplu.

- Jenne: Waar stopt het water?
Eva: Welk water?
J: Van de beken enzo.

- Iedereen ligt in de zetel op en onder mekaar, mekaar te kietelen.
Jenne: Wij zijn gewoon een puinhoop.

april 2013
- Eva loopt met de kinderen in een drukke winkelstraat en geeft Jenne een hand. Jenne wil zich steeds losrukken en Eva zegt dat hij een hand moet geven.
Jenne rukt zich los en zegt al zuchtend: “Mama, vertrouw mij nu maar!”

juni 2013
- Jenne: Mama, mijn spierballen zijn leeg. Ik ben mijn krachten verloren.

- Jenne: Dit is mijn trainingsbroek. Die doe ik altijd aan als ik met de trein ergens naartoe ga.

augustus 2013
- Jenne: Mama wanneer mag ik nog eens een zacht gekookt eitje eten?
Eva: Als je genezen bent mag je terug alles eten.
Jenne: Ooh, maar dat gaat nog lang duren(blijkbaar weet hij meer dan we denken)

- Anton en Jenne zijn met de auto op weg naar huis na de ongeplande opname in het ziekenhuis. Ze horen de sirene van de ziekenwagen.
Jenne: Waar gaat die naartoe?
Anton: Waarschijnlijk gaat die naar het ziekenhuis.
Jenne: En waarom niet naar huis?
Anton: De ziekenwagen brengt zieke of gewonde mensen naar het ziekenhuis. Als je genezen bent, ga je zelf met de auto naar huis.
Jenne: Ah nee, papa. Wij gaan toch ook met de auto naar huis en ik ben toch niet genezen.

- Omi vindt een paar plukken haar in het bed van Jenne, na zijn dutje.
Omi: Deze zal ik bewaren.
Jenne: Ja, voor als ik dood ben.

september 2013
Eva en Jenne liggen in bed te praten over dromen en wensen
Eva: Weet je wat ik leuk zou vinden? Op vakantie gaan naar de zon.
Jenne: Weet je wat nog leuker is? spreidt zijn armen en zegt: "dit" en geeft een dikke knuffel.
Eva: aah, ja je had gelijk.
Jenne: en een achterwaartse knuffel is nog leuker.

- Jenne: Als ik kon toveren, zou ik toveren dat ik honderd miljoen jaar word.

- Jenne: Ik zou graag de wereld rondreizen.

oktober 2013
midden in de nacht maakt Jenne me wakker (in het ziekenhuis).
Jenne: "Mama, weet je wat lang duurt?"
Eva: "mmm"
J: "Wachten tot je helemaal groot bent."

november 2013
- Jenne: Ik ga met M trouwen. Maar wat als ik groot ben en M al iemand anders gevonden heeft?

- Jenne: Mama, ik zou wel terug in jou willen kruipen. Maar dan kan ik nooit genezen, want dan kan ik niet naar het ziekenhuis voor mijn chemokaspers.

- Jenne: Wat is het? Het is geel, zacht en je kan er op trappen?
Jenne: een kuikentje. (een mop die hij ergens gehoord had)
Eva: Wat is het? Het is bloot en je kan er op pletsen?
Eva: Jenne zijn bloot hoofd.
Mona: Wat is het? Het is bloot en je kan er je handen aan warmen?
Mona: Jenne zijn bloot hoofd.

januari 2014
- Jenne: Mama, mijn hart breekt.
Eva: Waarom?
J: Omdat ik je ga missen als ik dood ben.


juni 2012


september 2012


december 2012


mei 2013


augustus 2013


oktober 2013


december 2013


februari 2014


woensdag 2 april 2014

De bloemetjeskraal

Eindelijk heeft Jenne zijn bloemetjeskraal gekregen. Het is de laatste kraal van de kanjerketting. Het is de kraal die symbool staat voor het einde van de behandeling.
Helaas is het al de tweede keer dat Jenne deze krijgt. Daardoor was het niet echt iets waar we naartoe leefden. Wij weten dat je ondanks dat bloemetje ook gewoon aan een volgende ronde kan beginnen. Maar toch blijft de kanjerketting een fantastisch initiatief.



Ik heb het al eens eerder over de kanjerketting gehad. De ketting vertelt het persoonlijke verhaal van de behandeling van Jenne. Voor elke ingreep, elk zakje bloed, elke week chemo, elke keer in isolatie,...is er een specifieke kraal. Hierdoor kan Jenne nu de ketting overlopen en vertellen wat er toen gebeurde. Over bepaalde kralen is hij erg fier, sommige kralen waren felbegeerd (ik steek het op zijn kinderlijke naïviteit). Het maakte wel dat sommige pijnlijke, vervelende of onprettige dingen werden goedgemaakt door een mooie kraal.
Gelukkig kijkt Jenne er, voorlopig nog, zonder dubbele gevoelens naar. Nu is er enkel fierheid denk ik. Zoals een ridder die een draak verslaan heeft, zoals een superheld die de 'bad guy' onder handen genomen heeft, zoals een brandweerman die een brandje geblust heeft. (hierover straks meer)

In Leuven zijn ze pas begonnen met de kanjerketting toen Jenne op het einde van zijn eerste behandeling was. De ketting is dus minder lang dan ze normaal zou zijn maar toch is de ketting even lang geworden als Jenne en Mona samen.



Onlangs kwamen er twee wensfeeën op bezoek (de derde was ziek). Ze kwamen eens praten met Jenne. Het werd een gezellige babbel in de tuin over wie Jenne is en hoe hij omgaat met alles. Eén fee merkte op dat het bij Jenne vaak gaat over iemand redden. Vreemd. Dat had ik zo nog niet bekeken, maar het klopt. Tijdens het verkleden, in zijn fantasiespel, als hij speelt met zijn speelgoed,... telkens gaat het over boeven vangen, branden blussen, mensen redden. Dit is inderdaad begonnen toen hij ziek werd. Het is ook zeer opvallend hoezeer hij daarin opgaat. Misschien was het voor hem een vlucht of een manier om met alles om te gaan. Anderzijds is het ook wel typisch jongensspel en typisch voor zijn leeftijd.

Toen we onlangs dan eindelijk die bloemetjeskraal aan zijn ketting regen, vertelde ik hem hoe trots we op hem zijn. Hoe goed hij dat alles gedaan en doorstaan heeft. Zijn antwoord daarop was: "Maar jullie hebben ook heel goed voor mij gezorgd hoor!"
Zelfs op zo'n moment, na zo'n gevecht is mijn vierjarig jongetje weer aan het zorgen voor anderen.
Misschien moet hij toch maar echt een superheld worden!